Ga naar pagina inhoud

Project voor minder niet-verwijtbare vorderingen

Inkomen

Als bijstandscliënten meer bijstand ontvangen dan waar ze recht op hebben, moeten ze dat in principe altijd terugbetalen. Bijvoorbeeld als een cliënt inkomsten of wijzigingen niet of te laat doorgeeft. Maar het komt ook voor dat de cliënt er niets aan kon doen, bijvoorbeeld door een fout van ons. Er is dan sprake van een niet-verwijtbare vordering. De cliënt had in dat geval bijvoorbeeld niet kunnen weten dat hij een wijziging in de situatie aan De Dienst door moest geven. Of wij hebben een doorgegeven wijziging niet snel genoeg doorgevoerd.

Onnodige stress

Deze vorderingen leveren onnodige stress op bij cliënten, en het gevoel dat ze gestraft worden voor iets wat ze niet (moedwillig) verkeerd hebben gedaan. We doen er alles aan om dit te voorkomen. We zijn daarom een project gestart met als doel het aantal niet-verwijtbare vorderingen te verminderen en de hoogte van invorderingsbedragen te verlagen. We zoeken naar oplossingen in beleid, werkprocessen, dienstverlening en voorlichting.

Jeanet en Pierius: ’10 actiepunten om fouten en niet-verwijtbare vorderingen te voorkomen’

Onderzoek VNG

VNG heeft geconstateerd dat bij veel gemeenten het aantal niet-verwijtbare vorderingen gemiddeld tussen de 30% en 50% ligt: veel te hoog. We hebben in een korte steekproef vastgesteld dat dit percentage bij De Dienst weliswaar iets lager ligt dan het landelijk gemiddelde, maar dat 15 tot 20% van de niet-verwijtbare vorderingen komt door interne fouten of vertragingen bij De Dienst. Dat moet anders! Daarom zijn bevlogen medewerkers van team Terugvordering en Verhaal direct aan de slag gegaan met 10 actiepunten om gemaakte fouten in de toekomst te voorkomen.

We dienen als voorbeeld op het VNG-congres in november!

VNG was onder de indruk van onze snelheid en doortastendheid. Daarom nodigden ze ons uit om onze aanpak te presenteren tijdens het VNG Uitvoeringscongres op 7 november. Mogelijk kunnen we andere gemeenten ook inspireren!